Ik zei de gek
'Volgevreten, zelfingenomen lamzakken zijn het!'
De jongen spreekt tegen niemand in het bijzonder. Hij spreekt
nooit tegen iemand in het bijzonder.
Hij staat op de hoek van de straat onder de luifel van de Etos, in
zijn ene hand een ver fomfaaide krant, in zijn andere een lege
milkshakebeker van McDonald's.
,,Money is de maat van alle dingen!
Verdommeste klootzakken!
VERDOMMESTE KLOOTZAKKEN!''
In de deuropening van de Etos verschijnt een allochtoon in een
bewakingsuniform, handen op de rug, voeten iets te ver uiteen,
bestudeerde onverschilligheid.
,,Het kan jullie natuurlijk geen ene fuck schelen'', sist de
jongen. ,,Geen ene fuckfuckfuckfuckfuck!'' En dan, zangerig: ,,Geen
ene FUCK, geen ene FUCK, geen ene FUCK!'' Hij maakt er kleine hupjes
bij, zoals voetbalsupporters dat vroeger deden, toen je nog
staantribunes had.
De allochtoon in uniform trekt zich terug in de drogisterij.
,,Hierrrr!'' De jongen slaat met de McDonald's-beker op de krant.
,,Schrijf 'em maar bij op uw lijstje: DE ONDERTITELAAR. Slachtoffer
nummer 347 van dit kalenderjaar. En we moeten nog bijna twee
maanden!''
Met gedragen stem begint hij voor te lezen uit het artikel:
,,Steeds meer ondertitelaars houden het voor gezien. Zij krijgen te
weinig tijd om hun werk naar behoren te kunnen doen - en worden nog
slecht betaald bovendien.''
,,Zie daar!'', roept de jongen. ,,Alweer een niche die vrijkomt
voor de meest succesvolle specimen van dit neo-neoliberale
tijdsgewricht: de BEUNHAAS!
''En weer begint hij te zingen, ditmaal op een melodie van Jaap
Visser: ,,De beunhaas, de beunhaas, de beunhaas is een kuthaas, de
beunhaas is een...
''Er stopt een politieauto voor de Etos.
Als de twee agenten zijn uitgestapt, komt ook de allochtoon in
uniform weer tevoorschijn. Met een klein knikje van zijn
gemillimeterde hoofd wijst hij de agenten op de jongen, als om er
zeker van te zijn dat zij niet, in een primaire reflex, hém voor de
boosdoener aan zullen zien. De agenten pakken de jongen vast, het
heeft bijna iets liefdevols: zoals de één een arm om hem heenslaat,
terwijl de ander zich licht vooroverbuigt om hem in het gezicht te
kunnen zien.
,,Komt u met ons mee?''
Zelfs de toon waarop de vraag wordt gesteld, is liefdevol.
,,De beunhaas, de beunhaas...'', zingt de jongen.
Maar hij laat zich zonder problemen op de achterbank van de
politieauto zetten, waar hij gezelschap krijgt van één van de twee
agenten. De ander kruipt achter het stuur, steekt een hand op naar de
bewaker, en rijdt weg. De bewaker trekt zijn stropdas recht.
Ik heb er al die tijd met mijn neus bovenop gestaan, maar Victor
heeft me niet herkend.
Jongens waren we, vervelende jongens. We zaten samen op het
gymnasium, vertaalden samen ooit Ovidius. We waren samen verliefd op
hetzelfde meisje, en werden vooral veel samen de klas uitgestuurd.
Dat we allebei met minimale cijfers slaagden voor ons eindexamen,
werd ons door menig klasgenoot misgund. Dat maakte het voor ons
alleen maar mooier.
Ik herinner me een avond, ergens in de vroege jaren tachtig. We
waren allebei voortijdig gestopt met onze studie, Ronald Reagan was
president van de Verenigde Staten, en er was iets met Ruud Lubbers en
een hangar in Koeweit - de details zijn me ontschoten. Het waren onze
wodkadagen.Victor zei: ,,De meest verstokte communistenhaters zijn de
mensen die zelf moeiteloos in dat systeem zouden passen. Zoals de
apparatsjiks d r ook zonder meer geschikt zouden zijn voor een hoge
functie hier.''
Victor zei: ,,Binnenkort krijgen de hoge heren in het Oostblok
zelf genoeg van die derderangs bediening in de hotels, de slechte
kwaliteit van de limousines, het gebrek aan goeie callgirls. Dan
schaffen ze het communisme af en worden kapitalist - en dan zul je
zien dat ik gelijk heb. Er bestaat geen tegenstelling tussen de
belangen van de machtigen daar en de machtigen hier. Dat zijn
praatjes om ons dom te houden. Dom en bang.''
Victor zei: ,,Heb jij Ruud Lubbers ooit op een begrijpelijke zin
kunnen betrappen - laat staan op een heldere gedachte?''
Victor zei: ,,Eeuwigdurende groei, dat is een leuke fantasie voor
jongetjes van zeven.''
Na de wodkaperiode kwam de jenevertijd. Ronald Reagan ging, George
Bush kwam, Lubbers bleef, in het Oostblok schaften de apparatsjiks
het communisme af en deden zichzelf de staatsbedrijven cadeau.
Voortaan reden ze in westerse limousines, voortaan waren alleen de
mooiste callgirls mooi genoeg.
Victor zei: ,,The Kremlin goes kinky.''
Victor zei: ,,Bestaat Ruud Lubbers wel?''
We keken samen naar het groene vuurwerk boven Bagdad, naar de
videogames van Norman Schwarzkopf, naar de heldendaden van onze
jongens in de Golf.
,,De goalkeeper!'' riep Victor enthousiast.
,,We hebben dan wel geen scorende spitsen, maar we hebben wel: de
goalkeeper!''
En we noemden hem liefkozend de Beer van de Meer, de Bolle van
Zwolle, en later, toen uitkwam dat het ding al die tijd niet had
gefunctioneerd: het Lek van PEC.Jongens waren we, oudere jongens.
Er gaan dagen voorbij dat ik niet aan Victor denk.
Er gaan dagen voorbij dat ik tamelijk gelukkig ben. Ik heb een
huis, een vrouw, een auto, een kind - niet noodzakelijkerwijs in die
volgorde. Als ik over de hei fiets en een buizerd boven de bosrand
zie zweven, als ik in bad zit met een glas whisky en een goed boek,
als het kind slaapt en de haard brandt en we de liefde bedrijven op
de bank, als het kind 's ochtends vroeg zachtjes in zichzelf zit te
lachen, rechtop in haar bedje, ja, dan geloof ik wel dat ik gelukkig
ben.
Volgens de buren ben ik een aardige jongen. En dat is ook een vorm
van vooruitgang.
We vertelden elkaar graag sterke verhalen, Victor en ik.
Dan zei hij: ,,Toen ik vijf was ben ik eens weggelopen op het
strand van Zandvoort. Er waren races op het circuit. Ik ben in een
formule 3-bolide gestapt, ergens achteraf, waar de lucht zwaar was
van benzinedamp en motorolie. Met mijn handjes om het stuur heb ik me
in de race gemengd - en gewonnen, natuurlijk. Ze ontdekten me pas
toen ik juichend over de finish ging. Die handjes boven de auto, die
deden me de das om.''
En ik: ,,Van mijn zesde tot mijn elfde heb ik elke week getraind
op lange-afstand-onderwaterzwemmen. Mijn persoonlijk record kroop van
tien naar vijfentwintig naar veertig, vijftig, honderd meter. Het
langste wat ik ooit heb gehaald, is honderddrieëndertig meter. Het
is dat een alerte badmeester me van de bodem heeft gevist, anders had
ik het niet kunnen navertellen.''
,,Ik geloof je niet'', zei Victor.
,,Toch is het waar'', zei ik. ,,Nou ja, op de getallen na.''
Vrienden hebben me vaak gevraagd: wanneer begon het mis te gaan?
Er is geen antwoord op die vraag, of er zijn duizend antwoorden.
Misschien is het begonnen op de ringweg rond Utrecht, in de herfst
van 1994. Victor werkte in die tijd als koerier. In de
vrijdagmiddagdrukte kon hij de afslag niet vinden die hem naar een
bedrijf moest leiden waar hij, terug op de snelweg, telkens weer vlak
aan voorbijreed.
,,Het was'', zou hij later zeggen, ,,als in een kwade droom: het
doel steeds zo dichtbij en toch zo onbereikbaar.''
En het werd nog erger.
Want even vaak als hij aan het bedrijf voorbij reed, kwam hij ook
langs een reusachtige koffiekop die hoog boven de A2 reclame maakt
voor Douwe Egberts. En elke keer ook zag hij een billboard dat hem
toeschreeuwde: U BENT TOE AAN EEN DAEWOO!
,,En ik had geen idee'', zei Victor later, ,,wat dat was, een
Daewoo.''
,,En er reed een vrachtwagen voor me'', vertelde hij, ,,met een
sticker achterop: 'Vindt u dat ik goed rij? Bel 06-weetikveel'. En ik
wilde het nummer opschrijven, om te laten weten dat ik vond dat hij
schandalig reed, maar ik kon geen pen vinden, en toen miste ik weer
een afslag, en toen werd ik gesneden door zo'n klootzak in een
leasebak met een autotelefoon, en toen zag ik in neonletters de
woorden CAP-Gemini, en ik bleef me maar afvragen wat dat toch
betekenen kon: CAP-Gemini!?''
Hij had zijn auto aan de kant gezet en was gaan lopen. Later die
avond hadden twee agenten hem in Vleuten van de straat geplukt. Bij
een bushalte had hij het glas van een abri ingeslagen, waarna hij
zijn aansteker onderaan de reclameposter had gehouden. Toen de
politie kwam, waren de vlammen net bezig aan de woorden 'U BENT TOE'.
Ze hebben hem een week in observatie gehouden, daarna mocht hij
weer gaan.,,Ik ben niet gek'', zei hij, toen hij weer thuis was. ,,Ik
was alleen wat in de war.''
Zekerheidshalve dronken we kruidenthee. En Victor zei: ,,We laten
ons er natuurlijk niet onder krijgen''.
En ik zei: ,,Nee, natuurlijk niet''.
En hij: ,,Het is net als met die kwestie van het glas dat halfvol
is, of halfleeg. Als wij naar de wereld kijken zien we een op hol
geslagen menigte idioten achter het grote geld aanjagen. Maar anderen
kijken naar diezelfde wereld en wrijven zich vergenoegd in de handen:
zoveel dynamiek, zoveel dadendrang!''
Victor zei: ,,Madness is in the eye of the beholder''.
En ik zei: ,,Ja, en vooruitgang ook''.
Misschien begon het ook al eerder, al in de derde klas van het
gym. We lazen bij Nederlands het Huldedicht aan Singer, van Paul van
Ostaijen:
Slinger
Singer
naaimasjien
Hoort
Hoort
Floris Jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht
Wat
Wat
jawel
Jespers Singer Naaimasjien
Hoezo
jawel
ik zeg het u
Floris Jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht
En Victor die opstond, achterin de klas, en riep:
,,Hoort, hoort, zegt het voort!
Sandra Brinkhorst heeft een Salty Dog!
Hoezo?
Jawel!
Ik zeg het u: een jas van Salty Dog gekocht.
Waarom?
Waardoor?
Wat wil zij?
Jawel!
Zij zal!
Hoezo!
Want Salty Dog is de beste!
De beste?
Waarom?
Hoe kan dat?
Wie weet!
Alles is schijn!''
En Sandra Brinkhorst met haar jas op de voorste rij - woest was
ze, woest!
Of misschien begon het nog wel eerder. Toen hij zeven was en hij
zijn moeder in bed betrapte met een andere man.
Maar misschien is dat ook wel nooit gebeurd.
Victor zei: ,,Waarom zou ik mij aan de waarheid houden, als overal
de leugen regeert?''
Victor zei: ,,Laten we afspreken dat we elkaar blindelings
geloven, ook als we weten dat de ander liegt. Laten we elkaar beloven
dat we onze vriendschap nooit zullen verloochenen, in het volle besef
dat we die belofte zullen breken.''
Victor zei: ,,Laten we met de punt van mijn zakmes een wondje
maken in de wijsvingers van onze rechterhand, en laten we die dan
tegen elkaar aandrukken en onze band bezegelen in bloed, ook al weten
we dat ons bloed slechts drager is van lucht en ziektes en niet van
onze ziel.''
En aldus geschiedde.
Tegenwoordig ga ik niet meer twee keer in de week naar Amsterdam
om te kijken hoe het met hem is. Ik leen hem ook geen geld meer. Ook
dat is een vooruitgang.
,,Victor wil niet geholpen worden'', zeggen mijn vrienden.
,,Je onderhoudt zijn verslaving'', zegt mijn vrouw. Ze heeft
gelijk. Van de kruidenthee stapte hij al spoedig weer over op de
whisky. Daarna ging het van kwaad tot erger. Sinds een paar jaar
drinkt hij 's ochtends bier en 's middags synthetische vruchtenwijn,
of andersom. 's Avonds slaapt hij zijn roes uit in een portiek, of in
een politiecel. Hoe zijn nachten eruit zien, wil ik liever niet
weten.
In 1997 is Victors rijbewijs ingetrokken. Daar ben ik justitie nog
altijd dankbaar voor. Nu hoeft hij niet te zien wat er langs de A12
gebeurt bij Veenendaal en Bunnik, of langs de rondweg om Amsterdam.
Hij hoeft niet te weten dat er aan de A4 ter hoogte van Zoeterwoude
een gigantisch reclamebord staat met een halfblote vrouw en de tekst:
WIL JE WETEN HOE IK RIJ?
BEL 0800-ENZOVOORT.
Victor reist ook al lang niet meer met de trein, hij kan zijn geld
wel beter gebruiken. Zo weet hij niet hoe Hoofddorp er tegenwoordig
uitziet, of het stationsplein in Leeuwarden - ook daarvoor ben ik
dankbaar. Hoofddorp zou beslist de genadeklap zijn geweest.
Als ik zelf nog wel eens in Amsterdam kom, en ik zie hem staan,
onder de luifel bij de Etos, dan houd ik hooguit vijf minuten stil.
En ik kijk en ik luister naar wie ik was, of had kunnen zijn. Hij
herkent me niet meer. Ik doe geen moeite meer. Maar thuis volg ik het
nieuws met zijn ogen, hoor ik in mijn hoofd bij elk bericht zijn
stem:
NOODWEER TEISTERT EUROPA -
,,Geeft niks, landgenoten, in de file zit je droog''.
TOPFUNCTIE BIJ VN VOOR LUBBERS -
,,Hij bestaat! Kofi Annan heeft het verlossende woord gesproken!
De man die zijn eigen vrouw op de vlucht joeg, gaat zich ontfermen
over de vluchtelingen! Het is nooit te laat om te kiezen voor
menslievendheid!''
TOCH ONBEVOEGDEN VOOR DE KLAS...
PARTICULIERE BEWAKER VERVULT STEEDS MEER POLITIETAKEN...
WERKLOZEN VERPLICHT TOT WERKEN IN DE ZORG... -
,,De beunhaas, de beunhaas, de beunhaas is...''
Mijn vrouw wil weten wat ik zing, zo zachtjes voor mij uit. Maar
ik zeg niks.
Er zijn dit jaar meer paddestoelen in het bos dan ooit.
En op zondagavond om halftwaalf is er de serie 'Cold Feet' bij de
Vara.
Dat zijn troostrijke gedachten.
Meer van Karel Glastra van Loon in het archief van Trouw --- Hier ---